Natuur

Wie Fort Kessel en de omgeving bekijkt merkt vooral de hoge eiken en wilgen op, maar ook de talrijke struiken van braam, sleedoorn en vlier. In de gracht groeien gele plomp en witte waterlelie en zwemmen waterhoen en fuut. Op het fort zelf zie je wel eens een konijn, een gans of een fazant. Ook vleermuizen zijn vaste bewoners.


Bedenk dat oorspronkelijk, zeker op 4 oktober 1914 toen de beschieting begon, de begroeiing bijna geheel uit laag gras bestond en er buiten een enkel verdwaald exemplaar, geen vleermuizen in de gebouwen huisden.


Zowel het fort zelf, als zijn omgeving werden als gevolg van strenge militaire voorschriften en erfdienstbaarheid kaal gehouden. Het leger eiste een vrij uitzicht en een overzichtelijk schootsveld. In de praktijk betekende dit: geen huis, stal of schuur, noch oneffenheden. Ze boden een aanstormende vijand immers te veel beschutting!

Konijn, fazant en vleermuis hielden zich waarschijnlijk ver van het drukke dagelijkse militaire leven. De kale omgeving gaf ook hen te weinig beschutting en nestgelegenheid.


Tegenwoordig heeft de natuur het fort “veroverd”. Eiken, berken en bramen kwamen er door spontane uitzaai of werden er door latere burgerbewoners aangeplant (riet op het dak van het hoofdfront!), terwijl distels en brandnetels van nature uit een voorkeur hebben voor ruderale gronden. De, een meter hoog opschietende, planten met licht paars-rode bloempjes zijn het wilgenroosje en het harig wilgenroosje.

De waterplanten vinden waarschijnlijk hun oorsprong in de vele waterpartijen in de beide Netevalleien. De bosbestanden rondom het fort, zijn het resultaat van vroegere, door lokale scholen georganiseerde, boomplantacties.


Voorbeelden van specifieke spontane natuur zie je op het kale dak van het hoofdfront. Een klein plantje, het rood guichelheil (in het Engels scarlet pimpernel), tooit in het late voorjaar het dak met een rood bloementapijt. In de zomer zorgen de bloempjes van tripmadam en muurpeper, laag groeiende sedumsoorten, voor een geel dak. Beide profiteren van de asfaltlaag die hoger groeiende concurrenten te weinig bodemstructuur biedt.

De, op en langs de oever groeiende, wilgen en elzen zijn het gevolg van spontane worteling van oeverversterkingen. Tegenwoordig verschijnen er in de gangen en lokalen varens en mossen. Het kunnen wel eens niet zoveel voorkomende soorten zijn, zoals het tongvaren, als gevolg van de specifieke lokale omstandigheden.


In 2012 werd een natuurbeheersplan opgesteld. Meerdere grote bomen werden gekapt. Hun gewicht, het uitdeinend wortelgestel en de chemisch-organische processen ter hoogte van de wortels, belastten te veel de door beschietingen gehavende muren en daken. Ook de aanwezige bramen worden aangepakt door de inzet van een kudde schapen die een tijdlang mag komen grazen binnen de fortmuren.

Als compensatie plant de overheid elders nieuwe bestanden. Er wordt dus geen natuur geofferd en toch houdt het fort beter “stand”.


Er verblijft wel eens een verdwaalde uil tussen de, zelfs in de lokalen nestelende, tuinvogels! De ganzenpopulatie bestaat zowel uit inlandse soorten als uit exoten (Canada- en de Nijlgans). De constant aanwezige aalscholvers zijn door hun dagelijkse duikjacht geduchte concurrenten voor de vissers.

Een aparte exoot is de roodwangschildpad. Meerdere exemplaren zonnen op de uit de gracht stekende boomstronken aan de caponnière. Ooit door mensen in dierenwinkels aangekocht, werden ze, nadat ze het aaistadium ontgroeiden, in de gracht gedumpt. Spijtig, ze “vreten” letterlijk elk diertje op dat voor hun bek komt: vissen, kikkers en zelfs de jongen van watervogels!


Vleermuizen zijn nuttige zoogdiertjes die sinds enkele jaren de voordelen van verlaten bunkers en forten ontdekken. Door de rust, de gelijkmatige temperatuur en de min of meer constante vochtigheidsgraad zijn het immers ideale overwinteringsplaatsen, die meer en meer de verdwenen vroegere natuurlijke schuilplaatsen, holten en spleten in oude bomen, schuren en huizen, vervangen.

Elke verstoring die ze tijdens hun winterrust doet opvliegen, betekent voor hen een aanzienlijke en onvoorziene inspanning die hun verplicht om de vetreserves aan te spreken. Doordat ze deze, door de winterse omstandigheden, onvoldoende kunnen aanvullen, worden hun overlevingskansen doorgaans tot nul herleid.



Op 24 februari 2009 ondertekenden Gemeente Nijlen, Gidsenwerking Fort Kessel, Agentschap voor Natuur en Bos en Natuurpunt vzw een overeenkomst om het Fort van Kessel te optimaliseren als vleermuizenverblijfplaats, gecombineerd met het herstel van historische elementen. Het fort van Kessel herbergt jaarlijks immers meer dan 350 vleermuizen, waaronder de grootste populatie van de zeldzame ‘ingekorven vleermuis’ in Vlaanderen. Daarom is het fort door de Europese Unie aangeduid als Speciale Beschermingszone van de Habitatrichtlijn.


Ook vanuit historisch oogpunt is het fort uniek en waardevol. Het monument is één van de weinige forten uit de Antwerpse fortengordels waarvan grote delen intact zijn. Zelfs het originele landschap om het fort bleef bewaard. Het is dus belangrijk dat het gebouw niet overbelast wordt.


Binnen deze samenwerking en met Europese middelen in het kader van het Life Bat Action project, twee lokalen als educatieve ruimten ingericht.

De lokalen zijn zorgvuldig uitgekozen. Ze mochten geen overwinteringsplaats zijn voor vleermuizen en evenmin dicht bij de kwetsbare vleermuizengedeelten liggen. Bij de inrichting werd zoveel mogelijk teruggegrepen naar de oorspronkelijke situatie van het fort. Het orgelpunt was de plaatsing van nieuwe deuren en ramen uitgevoerd volgens de plannen die bij het originele lastenboek van het fort horen. In de lokalen is op vaste panelen permanente informatie beschikbaar over het fort en zijn geschiedkundige aspect, de flora en fauna en de leefomgeving van de vleermuizen. De lokalen zijn vooral bedoeld om groepen bezoekers (vooral klassen) beter te kunnen opvangen.


De verschillende partners komen nog steeds op regelmatige basis samen. Tijdens het overleg trachten ze, met respect voor elke invalshoek, activiteiten en afspraken zo goed mogelijk op mekaar af te stemmen.

Eén van deze afspraken is dat er geen activiteiten doorgaan in het Fort tussen 30 september en 1 april, omwille van de vleermuizen. Een andere belangrijke overeenkomst is dat er onder geen beding gemotoriseerde activiteiten op het Fort kunnen doorgaan.


Wil je meer weten over ANB of over Natuurpunt, neem dan gerust even een kijkje op hun website.